zondag 22 september 2013

Brieven van priester François Murad

Tijdens de Oecumenische Vredesviering, vanochtend in de Ariënsgedachteniskerk in Enschede, las Yasmin Khalaf drie brieven voor van de priester François Murad.
 
 




Via een Libanees televisie-kanaal zijn drie brieven ontdekt van priester François Murad, 'Herder' van het Simon-klooster in het dorp Gessania in de Syrische provincie Edleb. Ze hebben hem vermoord, afgeslacht, op zondag 23 juni 2013.
Hij werd aangevallen door een groep van het leger van de oppositie, geleid door drugshandelaar Ahmed al Asi. Voor zijn dood zei vader François Murad, terwijl hij omsingeld was door gewapende mannen:

"De gewapende mensen omringen het dorp. We kunnen niet naar buiten. Ze hebben de kerk in brand gestoken. Het heiligdom is vernietigd en leeggeroofd. Ze hebben alle kloosters verwoest. Maar ik zal mijn geest geven met een goed gevoel."

Hoewel het korte brieven zijn, van maar een paar regels, geven ze de waarheid weer: de bedreiging van dit dorp door zelfmoord-terroristen. Het is het einde van het klooster, door de priester zo goed verzorgd, in brand gestoken door de groepen. Mensen zijn vermoord.

Op 18 december 2012 heeft priester François Murad een brief gestuurd aan bisschop Bahnan Hendo van de parochie in Hassaka (in Noord-Oost Syrië). Hij schrijft:
"Vader, we zijn in gevaar. En hoewel zij ons slecht hebben gedaan, ons willen vernietigen, kunnen ze ons geloof niet raken. Dat is gebouwd op onze rots, Jezus. Ik geef mijn leven graag, dat weet ik zeker, voor de goedheid van de kerk en de vrede in de wereld en voor mijn lieve land Syrië.
We zijn in gevaar. We kunnen niet naar buiten en niemand kan naar binnen. We zijn omsingeld. Ze hebben kerken aangevallen en geloofssymbolen verwoest. Iedere dag wordt iemand van ons ontvoerd en we weten niet waar ze zijn. Ik weet niet wanneer ik aan de beurt ben, maar ik ben klaar om te sterven. Laat men onthouden dat ik mijn leven gaf met vreugde voor iedere christen in dit land. Bid voor ons."
De tweede brief stuurde François Murad op 25 februari 2013.
"De ontwikkelingen gaan sneller. Ik denk dat we in de belangrijke fase zijn van onze overlevingsstrijd, nadat zij de Grieks-orthodoxe kerk in brand gestoken hebben en het Maria Heiligdom hebben verwoest. Bij ons en bij de protestanten hebben ze alles kapot gemaakt. Alle beelden en kruizen in het dorp zijn vernietigd. Ze hebben op de muren zinnen geschreven die ons geloof vernederen. Ze proberen ons te verstikken. Ze zullen ons geloof niet raken. Dat is gebouwd op onze rots, Jezus.
Ik vraag God om ons barmhartigheid te schenken om onze eerlijkheid in onze liefde aan God en anderen te bewijzen. Ik weet zeker dat ik mijn leven graag geef voor de kerk, de vrede in de wereld en voor ons Syrië."
 
In de derde brief, 17 maart 2013, schrijft prietser François Murad:
"De dagen gaan heel langzaam voorbij. Iedere dag is zwart, de volgende nog zwarter. Als de zon schijnt zijn we op zoek naar een andere plek, om te schuilen tegen bombardementen. In de nacht proberen we wakker te zijn. We zijn bang voor de mensen die de christenen en hun bezittingen willen vernietigen. Maar ondanks alle onderdrukking voel ik dat de zon zal schijnen. En alles wat ik hoop van God is dat zijn aanwezigheid de duisternis zal overwinnen. De duisternis die de reden is van wat ons hier overkomt.
Bid voor ons."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten