vrijdag 18 januari 2013

Geef aandacht aan internationale context van conflicten

In NRC next van dinsdag 15 januari 2013 stond een dubbelartikel over de betrokkenheid van de internationale gemeenschap bij de ramp die zich in Syrië voltrekt. Op de linkerpagina waarschuwde Yves Daccord van het Internationale Rode Kruis voor apathie bij de internationale gemeenschap en het volledig uit de aandacht verdwijnen van"Syrië". Op de rechtpagina was aandacht voor een particulier hulpinitiatief van een Nederlandse student om zelf dekens naar Syrië te brengen. Vanaf de voorpagina van de krant werd met onderstaande tekst naar dit dubbelartikel verwezen. Drie dagen later reageerden twee onderzoeksters van de NCDO (dat tot voor kort belast was met het bevorderen van draagvlak onder de Nederlandse bevolking voor internationale samenwerking) op de waarschuwing van Yves Daccord waarbij zij als oorzaak voor de dreigende apathie zagen dat de Nederlandse bevolking de ramp in Syrië vooral als lokaal probleem ziet. In reactie daarop schreven we vanuit Syria's Request onderstaande bijdrage.  


 
Geef aandacht aan internationale context van conflicten

In hun reactie (NRC next, 18 januari 2013) op de eerder gesuggereerde verklaringen voor de verminderde steun voor Syrië voeren NCDO-onderzoekers Boonstoppel en Carabain aan dat de Nederlandse bevolking van mening blijkt te zijn dat het conflict in Syrië een lokale oorzaak heeft en niet gezien wordt als het (indirecte) gevolg van internationale ontwikkelingen. “Ze moeten het in Syrië zelf dan ook maar oplossen,” zo duiden de onderzoekers de opvatting van de Nederlandse bevolking. De vraag in welke mate deze mening over de toedracht van het conflict in Syrië in overeenstemming is met de werkelijkheid wordt door hen niet aangeroerd en valt kennelijk buiten de scope van het onderzoek.


Toch is deze vraag wel van belang. Niet alleen om de betrokkenheid van de Nederlandse burgers bij het conflict in Syrië en het menselijk leed dat daarvan het gevolg is te versterken, maar ook om een weg naar een daadwerkelijke politieke oplossing te kunnen vinden. Er voltrekt zich een menselijk drama in Syrië met 2,5 miljoen vluchtelingen. Ondanks de internationale overeenstemming dat het conflict alleen door politieke dialoog opgelost kan worden, zijn er landen er baat bij hebben dat er wapens geleverd worden aan de verschillende strijdende groepen in Syrië. Kofi Annan heeft zelfs verklaard dat de landen die het zes-punten-vredesplan hebben ondersteund op de achtergrond de verschillende partijen hebben bewapend en in de kennelijke overtuiging dat het probleem in Syrië zelf maar uitgevochten moest worden het conflict in feite hebben verergerd.

In dat verband is het veel erger dat de meeste Nederlandse politici de mening van de Nederlandse bevolking in deze lijken te delen en het conflict in Syrië eveneens primair als een bloedige machtsstrijd tussen het Syrische regiem en de Syrische oppositie zien. Dit bleek onder andere bij het besluit van de Tweede Kamer vlak voor het Kerstreces om akkoord te gaan met het uitzenden van 2 Patriot-eenheden naar de Turks-Syrische grens. In het Kamerdebat was enkel oog voor aanvallen danwel afzwaaiers vanuit Syrië en werd de betrokkenheid van Turkije bij het conflict buiten beschouwing gelaten.

Ook werd in het Kamerdebat geen relatie gelegd met de al veel langer lopende regionale machtsstrijd tussen de soennitische Golfstaten en de zogenaamde sjiitische Halve Maan die van Libanon via Syrië, Irak en Iran tot Bahrein zou lopen en die, ondanks de sektarische aanduiding, vooral te maken heeft met de controle over de olie- en steeds belangrijker wordende gasvelden in deze regio, die bovendien de opstelling van de internationale grootmachten Amerika, Europa, Rusland en China in dit conflict verklaart evenals de grote aantallen van buiten komende jihadisten die in Syrië deels aan de zijde van de gewapende oppositie meevechten, maar deels ook met deze in gevecht zijn. De neiging van de Nederlandse politici om internationale conflicten liever tot een lokaal gebeuren terug te brengen hebben we de laatste tijd ook teruggezien bij de politietrainingsmissie in Kunduz (waar de explosieve oorlogssituatie in Afghanistan en het aangrenzende Pakistan volstrekt buiten beschouwing wordt gelaten in de focus op het wel en niet toegestane optreden van de Nederland opgeleide Afghaanse politiemensen) en zeer recent nog bij het verlenen van transportsteun aan de Franse invasie in Mali (waar met de dag duidelijker wordt dat het hier om een veel grootschaliger conflict gaat dan in het Kamerdebat ter sprake kwam en waar ook economische belangen op het spel staan).

De neiging bij de Nederlandse bevolking en in de Nederlandse politiek om internationale conflicten tot een lokale oorzaak terug te brengen vormt bovendien een grote barrière in de communicatie met in Nederland woonachtige Syriërs die vanuit hun kennis van het land, via de door hen gevolgde media en van verhalen van in Syrië verblijven familieleden en vrienden wel degelijk beseffen dat het bloedige conflict in hun land wel degelijk (mede) een internationale oorzaak heeft. Tijdens een drietal avonden “Syria’s Request” precies een maand geleden in Enschede, waar een vanuit Syrië afkomstige gemeenschap van circa 10.000 mensen leeft), hoorden we de doorgaans goed geïntegreerde Syriërs veelvuldig zeggen dat zij hun verhaal over Syrië niet kwijt konden bij de mensen in hun omgeving: collega’s op het werk, medeleerlingen op school, buurtgenoten en mensen waarmee ze vrijwilligerswerk doen. Als gevolg daarvan voelen zij zich in toenemende mate op de eigen groep teruggeworpen en de meeste hulpacties die vanuit Nederland richting Syrië ondernomen worden blijven dan ook meestal beperkt tot hun kring.

Ook voor de cohesie in de eigen Nederlandse samenleving is het daarom van belang om de werkelijke achtergronden van internationale conflicten die ingrijpen in de landen van herkomst van land-, stads- of buurtgenoten, voor het voetlicht te brengen. Wat dat betreft blijft het jammer dat het onderzoek naar het draagvlak voor internationale samenwerking bij de NCDO is losgekoppeld van het bevorderen van dat draagvlak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten