In
hun reactie (NRC next, 18 januari 2013) op de eerder gesuggereerde verklaringen
voor de verminderde steun voor Syrië voeren NCDO-onderzoekers Boonstoppel en
Carabain aan dat de Nederlandse bevolking van mening blijkt te zijn dat het
conflict in Syrië een lokale oorzaak heeft en niet gezien wordt als het
(indirecte) gevolg van internationale ontwikkelingen. “Ze moeten het in Syrië
zelf dan ook maar oplossen,” zo duiden de onderzoekers de opvatting van de
Nederlandse bevolking. De vraag in welke mate deze mening over de toedracht van
het conflict in Syrië in overeenstemming is met de werkelijkheid wordt door hen
niet aangeroerd en valt kennelijk buiten de scope van het onderzoek.
In
dat verband is het veel erger dat de meeste Nederlandse politici de mening van
de Nederlandse bevolking in deze lijken te delen en het conflict in Syrië eveneens
primair als een bloedige machtsstrijd tussen het Syrische regiem en de Syrische
oppositie zien. Dit bleek onder andere bij het besluit van de Tweede Kamer vlak
voor het Kerstreces om akkoord te gaan met het uitzenden van 2 Patriot-eenheden
naar de Turks-Syrische grens. In het Kamerdebat was enkel oog voor aanvallen
danwel afzwaaiers vanuit Syrië en werd de betrokkenheid van Turkije bij het
conflict buiten beschouwing gelaten.
Ook
werd in het Kamerdebat geen relatie gelegd met de al veel langer lopende
regionale machtsstrijd tussen de soennitische Golfstaten en de zogenaamde
sjiitische Halve Maan die van Libanon via Syrië, Irak en Iran tot Bahrein zou
lopen en die, ondanks de sektarische aanduiding, vooral te maken heeft met de
controle over de olie- en steeds belangrijker wordende gasvelden in deze regio,
die bovendien de opstelling van de internationale grootmachten Amerika, Europa,
Rusland en China in dit conflict verklaart evenals de grote aantallen van
buiten komende jihadisten die in Syrië deels aan de zijde van de gewapende
oppositie meevechten, maar deels ook met deze in gevecht zijn. De neiging van
de Nederlandse politici om internationale conflicten liever tot een lokaal
gebeuren terug te brengen hebben we de laatste tijd ook teruggezien bij de
politietrainingsmissie in Kunduz (waar de explosieve oorlogssituatie in
Afghanistan en het aangrenzende Pakistan volstrekt buiten beschouwing wordt
gelaten in de focus op het wel en niet toegestane optreden van de Nederland
opgeleide Afghaanse politiemensen) en zeer recent nog bij het verlenen van
transportsteun aan de Franse invasie in Mali (waar met de dag duidelijker wordt
dat het hier om een veel grootschaliger conflict gaat dan in het Kamerdebat ter
sprake kwam en waar ook economische belangen op het spel staan).
De
neiging bij de Nederlandse bevolking en in de Nederlandse politiek om
internationale conflicten tot een lokale oorzaak terug te brengen vormt
bovendien een grote barrière in de communicatie met in Nederland woonachtige
Syriërs die vanuit hun kennis van het land, via de door hen gevolgde media en
van verhalen van in Syrië verblijven familieleden en vrienden wel degelijk
beseffen dat het bloedige conflict in hun land wel degelijk (mede) een
internationale oorzaak heeft. Tijdens een drietal avonden “Syria’s Request”
precies een maand geleden in Enschede, waar een vanuit Syrië afkomstige
gemeenschap van circa 10.000 mensen leeft), hoorden we de doorgaans goed
geïntegreerde Syriërs veelvuldig zeggen dat zij hun verhaal over Syrië niet
kwijt konden bij de mensen in hun omgeving: collega’s op het werk,
medeleerlingen op school, buurtgenoten en mensen waarmee ze vrijwilligerswerk
doen. Als gevolg daarvan voelen zij zich in toenemende mate op de eigen groep
teruggeworpen en de meeste hulpacties die vanuit Nederland richting Syrië
ondernomen worden blijven dan ook meestal beperkt tot hun kring.
Ook
voor de cohesie in de eigen Nederlandse samenleving is het daarom van belang om
de werkelijke achtergronden van internationale conflicten die ingrijpen in de
landen van herkomst van land-, stads- of buurtgenoten, voor het voetlicht te
brengen. Wat dat betreft blijft het jammer dat het onderzoek naar het draagvlak
voor internationale samenwerking bij de NCDO is losgekoppeld van het bevorderen
van dat draagvlak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten